Expo ‘Café Vlissinghe, de Kunst Genegen’ in het Stadsarchief

Café Vlissinghe, de Kunst Genegen
Fin-de-sièclekunst tussen pint en penseel

Café Vlissinghe in de Blekersstraat is één van Brugges oudste herbergen. Al sinds 1515 vinden we sporen terug van deze bijzondere Brugse plaats. Met 500 jaar Café Vlissinghe viert het café dit jubileum. De tentoonstelling ‘Café Vlissinghe, de Kunst Genegen’ in het Brugse Stadsarchief maakt deel uit van het feestjaar.

De expo neemt ons mee naar het einde van de 19de eeuw. De periode van het volkse Brugge. Maar ook de tijdsgeest van de belle époque, waarbij kunst een belangrijke plaats had in de meer liberale bourgeois-kringen.
Net op dat moment komt Café Vlissinghe in handen van brouwerij Aigle-Belgica. Jacques De Meulemeester zag wel potentieel in dit “van ouds gekende en welgekalante estaminet”. Onder zijn zoon Léon sloeg Café Vlissinghe in 1869 definitief een nieuwe weg in: hij vormde het om tot een kunstcabaret naar de smaak van nieuwe klanten, liefst uit de bourgeoisie-middens en artiesten milieus.
Geen toeval dat Café Vlissinghe een grote aantrekkingskracht had op het artistieke fin-de-sièclepubliek in de periode. Tussen pint en penseel verwelkomde Vlissinghe ‘de Kunst’ in haar omgeving en vormde ze de uitvalsbasis voor een bijzonder collectief dat zich daar kwam vestigen: Kunstgenegen.

De tentoonstelling ‘Café Vlissinghe, de Kunst Genegen’ in het Stadsarchief zoomt in op de kunstenaars die deel uitmaakten van ‘Kunst Genegen’, en dit dankzij enkele bruiklenen van het Groeningemuseum maar ook vanuit privécollecties. De kunstcreaties worden aangevuld met een historisch luik, gevoed met bruiklenen van privépersonen, het Stadsarchief zelf en de Openbare Bibliotheek. Zo wordt een nieuw licht geworpen op dit Brugs kunstgenootschap.

Van 28 augustus tot 24 oktober, Stadsarchief Brugge (Burg 11, Brugge)
gratis toegang tijdens de openingsuren

Samenstelling expo: Stefan Huygebaert, Noël Geirnaert en Jan D’hondt (Stadsarchief Brugge), Laurence Van Kerkhoven en Filip Demeyer (Groeningemuseum) en Lieven De Visch (Erfgoedcel Brugge).